Carnaval in Schoenlapperslaand (1961)

 

‘Overval op Waalwijks politiebureau’  

De overval op het toenmalige politiebureau, thans
gemeente-archief, carnaval 1961
(Foto J. de Bont, collectie Gemeentearchief).
 

‘Een aantal uit de Sing-Sing ontsnapte misdadigers heeft in de vroege morgenuren van donderdag een overval gepleegd op het Waalwijkse politiebureau. Voordat de onverlaten met een pakje brood, een koffiekan en een spel kaarten uit het politiebureau zelf aan de haal gingen, deden zij een aanval op de politiecellen onder het gemeentehuis, waar sinds enkele jaren ’n aantal politieke mislukkelingen zit opgesloten. Dankzij echter het moedige optreden van de oude cipier, de heer Bintjes, bleven de Sing-Singers aan de verkeerde kant van de deur. Zij kozen later het hazenpad na het doortastende optreden van agent U. Onze fotograaf maakte met bovenstaande actiefoto de opname van zijn leven.’

(Uit: De Echo van het Zuiden)  




De poging tot inbraak in de poltiiecellen
 (Foto J. de Bont, collectie Gemeentearchief).

De grote gangmakers van het Waalwijkse carnaval in het midden van de vorige eeuw waren de leden van Liedertafel Oefening en Vermaak en van de Waalwijkse Zwemvereniging. Beide clubs hadden een jarenlange reputatie hoog te houden op het gebied van de carnavalsbals die zij organiseerden.

 Bij het aantreden van een ‘nieuwe generatie’ bij de zwemclub,  introduceerde de daarbij behorende Raad van 11 daarenboven nog jaarlijks een spraakmakende stunt, die door De Echo van het Zuiden altijd breed werd uitgemeten.

Zo valt in de krant van ca. 11 februari 1961 over de overval op het politiebureau en de poging tot inbraak in het cellencomplex nog te lezen dat het agent U. was opgevallen dat de 11 overvallers dezelfde  gestreepte kleding en allemaal het rugnummer 11 droegen!

 

De overvalwagen waarmee de boeven zich hals over kop uit de voeten maakten ….
naar het carnavalsbal van de zwemclub in Hotel Verwiel (collectie Peter van Bracht)!
De Zwemprins van 1961 was Piet van Engelen en de Raad van 11 bestond uit
Lau de Leijer, Frans Quick, Nol van Oss, Mat van Bracht, Hans Dijkstra,
Christ Trimbach, Henk van de Broek, Winus Dekkers en Peter van Bracht.
Onder deze Raad was de zwemclub ook prominent aanwezig in de eerste carnavalsoptochten.

Wij van den Irstelinghe wille nog efkes kwijt dè de meese die zegge dèt ‘r in Wolluk nog nooit iets te doen is gewiest mi de carnaval, d’r nie veul van aaf weete!

Es ze volgende week bove wotter komme, moette ze mar es efkes ’t gemintearchief induike, dan kanne ze zelluf zien dè dun burgemister in 1831 schreef dè alle ‘maskerades en gewoonlijk plaatshebbende vreugdebedrijven’  dè jaor mi den vastenaovond verbooje waare. Dè ha te maoke meej den Belgischen Opstaand, mar ge kant er ok uit opmaoke detter van te vurre (net as trouwens noaderhaand) aaltijd flink gefist wier mee die daoge!

Alaaaaaf!